Pagina's

donderdag 29 november 2012

Microgolf Mug cookie

Ik heb een nieuwe verslaving gevonden als ik aan het leren ben: Mug cookie in de microgolf.
Voor alle liefhebbers van nog warme cake, chocolat chip cookies en degelijk. Ik geef toe, het is geen knapperige structuur, maar wel zeer jummie en klaar in 5 minuten. (Dit is trouwens denk ik zelfs veganistisch, als je plantaardige boter gebruikt en vegan chocolade)

 Ingrediënten (dit is wel een schatting, ik doe het een beetje op gevoel):
- Een eetlepel boter (een bodempje van een tas)
- 2/3 theelepels suiker
- 5 eetlepels bloem (ongeveer)
- een beetje water
- wat chocolade

Stappen:
1) Doe de boter in te tas, zet die heel even in de microgolf tot hij zacht is (enkele seconden)
2) Doe de suiker erbij en roer eventjes met een vork, het mengsel wordt een beetje 'romig' en doe daarna de bloem erbij.
3) Het is meestal nog een beetje kruimelig, dus nu voeg je wat water toe. Het uiteindelijke resultaat moet een soort papje zijn, niet zo droog als deeg waarmee je koekjes gaat maken in de oven.
4) Doe de chocolade erdoor,je kan een groot stuk toevoegen als 'chocolade hart' ofwel chocolade chips en het gewoon ook door het papje doen.
5) Zet nu het papje in de microgolf, hoogste wattage, voor 2/3 minuten.

Ik was aan het bedenken dat het ook heel lekker moet zijn met appeltjes en kaneel, of rozijntjes. En zelfs als de suiker er niet in zit, met iets hartig. Ik vind het perfect in de winter, iets met chocolade en warm, heerlijk. Smakelijk!

stofjes

Ze veegde haar herinneringen net zo gemakkelijk als het stof op de kast weg. Die grauwe bijeengepakte deeltjes in de donkere hoekjes hebben evengoed geen nut als die opeenstapeling van gedachten. Vergeten zou het allemaal veel ongecompliceerder maken, en dat is net wat ze wil, een simpel, eenvoudig leven. Dus veegde ze maar door, maar hoe meer ze veegde, hoe stoffiger de lucht en haar gedachten werden.

zaterdag 9 juni 2012

De aanloop naar een ingangsexamen

Het ingangsexamen voor Geneeskunde in België komt weer dichterbij. Vele laatstejaars - en vaak ook al vijfdejaars - zijn al lang aan het voorbereiden op die dag die beslist of dat ze eigenlijk hun opleiding van keuze mogen aanvangen. Bijles, extra info-sessies, paasvakanties - meestal de Italiëreis - op te offeren om dat toch trachten arts te worden. Misschien moet ik ook even een disclaimer plaatsen: ik ben een student, ja. Ik studeer echter geen geneeskunde - en soms vind ik dat wel spijtig - en ik heb een keer het ingangsexamen meegedaan, toen ik in het vijfde jaar zat en eraan dacht om geneeskunde te doen. In mijn zesde jaar heb ik niet meegedaan. Maar ik zit wel tussen de artsen thuis, en ik hoor toch wel genoeg om soms mijn bedenkingen erbij te maken. Mijn eerste opmerking is dat ik altijd ervan overtuigd was dat het ASO voldoende basis geeft om een universitaire opleiding aan te vangen, zelfs geneeskunde. Ons onderwijs is helemaal niet zo slecht - ook al ben ik van mening dat er soms te hard gejuicht wordt om ons systeem van onderwijs, maar dat ter zijde - is het dan nodig om extra dingen te vragen op een ingangsexamen om te zorgen dat 'de goede kandidaten' eruit worden gekozen? Ik snap dat het misschien iets gemakkelijker is voor iemand die wetenschappen - wiskunde gestudeerd heeft om te slagen op het examen (het ingangsexamen wordt gebaseerd op de eindtermen van deze richting) en de leerstof in het 1ste en 2de jaar te leren, maar maakt dat hem dan een betere dokter dan iemand die Grieks of Humane heeft gestudeerd, enkel op vlak leerstof die ze meegekregen hebben in het middelbaar? Natuurlijk, het is geen onoverkomelijke taak om dat 'tekort' te overbruggen, maar ik vraag me het nut ervan af. Natuurlijk moet je een basis hebben op wetenschappelijke en wiskunde, maar overroepen we het niet? Niet elke dokter van voor het ingangsexamen heeft een zware wiskundige richting gedaan, zijn ze daardoor een mindere dokter? Ook de arts-patient vragen, die in het 2de deel van het ingangsexamen zitten zijn toch absurd? Of ga je aan iemand die rechten gaat studeren ook vragen hoe ze moeten pleiten voordat ze maar enige opleiding gehad hebben? Ik dacht van niet. Misschien zijn er meer drop-outs zonder ingangsexamen, maar heeft dit bv zo'n slechte invloed gehad op de opleiding voor ingenieur? Een andere oplossing is, aangezien nu het systeem van ECTS wordt gehanteerd, dat de studenten een minimum aantal credits moeten halen, misschien zelfs 40 of 45 van de 60. Want nu zijn er toch zeer weinig 'bissers' maar vakken meenemen wordt wel steeds vaker gedaan. Ik ben mij er zeer goed van bewust dat in het buitenland er veel strengere toelatingsvoorwaarden gehanteerd worden voor een opleiding geneeskunde, maar aangezien we er zo prat op gaan om een democratisch onderwijssysteem hebben, maak ik mij toch deze kantlijn. Als je dan voor het ingangsexamen geslaagd ben, wat dan? Dan heb je bewezen dat je intelligent bent. Proficiat daarvoor. Maar artsen moeten ook goed met hun patienten om kunnen gaan en sociale vaardigheden hebben. Door het ingangsexamen wordt de opleiding geneeskunde (nog meer dan voordien) een prestige opleiding. Meer competitiviteit, meer druk en meer vraag om te specialiseren. Terwijl er een heel grote vraag is naar huisartsen. Ik hoorde zelfs een verhaal dat er in Leuven foute notities rondgingen 'om de tegenstanders uit te schakelen'. Is het zo iemand waar je naar toe wilt als je ziek ben? Als er echt iets serieus is? Terwijl er meer vraag is naar artsen blijft Vlaanderen een toelatingsexamen afnemen. Ondertussen is het in Wallonië afgeschaft (daar was er een test na het 1ste jaar), en ze evalueren de 1ste-jaars. Ik zou beter in Wallonië gaan studeren. Als laatste is er nog de locatie, waar dit jaar nog het meeste oproer rond gemaakt wordt. In Kortrijk. Eerlijk gezegd, wat je ook moet doen om de kosten te drukken, dit is toch wel een heel gekke toestand. Buiten de associatie met Leuven, Kulak, heeft het niet eens een eigen universiteit. Dan ligt Brussel toch wel meer centraal voor iedereen. En ivm kosten drukken, mag ik dan vragen wat de personen in de examencommissie krijgen voor het opstellen van het examen? Volgens mij is dat ook niet min.

woensdag 14 maart 2012

Hoera, we zijn weer in het wereldnieuws

Eerst waren we een ware attractie omdat we voor meer dan een jaar geen regering hadden. Dan Pukkelpop, dan Luik. En natuurlijk (maar dat is wel logisch) de constante aandacht op Brussel als hart van Europa. Die ook niet altijd even goed in het zonnetje staat met de financiele crisis. En nu dus weeral met de buscrash
Wat de pers dan doet: WE ZIJN WERELDNIEUWS. Op een negatieve manier weliswaar. Weeral. Kan er goed nieuws komen van ons land? Of is het misschien dat goed nieuws geen nieuws meer is.
En verder, een paar uur nadat het nieuwsbericht vrijgegeven was: FOTOSPECIAL: de buscrash. Alsof ik daar foto's van wil zien. Alsof ik wil zien wat een wrak er overschiet, met nog bloedspatten all over. Neen dankje, aan dit soort 'specials' heb ik allerminst behoefte aan.
In ieder geval, dit is voor de zoveelste keer in enkele maanden dat ik eventjes van de kaart ben. Door de waarom vragen die door mijn hoofd spinnen, samen met nogmaals de confirmatie dat we echt maar 1 keer leven en het echt morgen gedaan kan zijn met ons.

zondag 11 maart 2012

Hoge bomen vangen veel wind

Het frustreert me wel een beetje. Dat kan aan mijn idealisme liggen of overdreven positivisme. Of misschien een te kritische maatschappij. Wat mijn punt is, wat kan je vandaag nog goed doen?
(bron afbeelding)

Het eerste voorbeeld: Pukkelpop. Ik ben me ervan bewust dat ik er over blijf zagen, maar uiteindelijk, objectief gezien is alles goed gegaan bij het evacueren, het uitvoeren van het reddingsplan enzoverder. Niet echt iets op aan te merken. Wat gebeurt er? Mensen gaan geld terugclaimen. Ik geef ze een beetje support moet ik zeggen, als we alles tot de letter willen naleven en ook omdat het niet heel weinig geld is voor studenten. Maar dat is een ander kwestie dan diegene die ik wil aanpraten. Ik heb het op het feit dat we zo obsessief op zoek zijn naar fouten. Uiteindelijk is niets meer goed genoeg, want alles heeft wel een randje.
Voorbeeld 2: Kony. Wellicht al bekend voor de blogliefhebbende of facebook mensen. Maar al snel duiken kritische kanttekeningen op. Niet slecht, maar langs de andere kant, eindelijk hebben mensen aandacht voor een dergelijk initiatief. Ongeloofelijk wat sociale media vandaag kan doen, maar kritiek spreidt zich als een lopend vuurtje. Spijtig eigenlijk, maar opnieuw, niet helemaal ongegrond.

Nog een voorbeeld: de kritiek die humanitaire organizaties krijgen. Er is weinig transparantie over wat ze nu eigenlijk uitspoken met al dat hard ingezameld geld.
Wat moet ik dan geloven en steunen? Dit is een open vraag die ik niet kan beantwoorden maar eigenlijk wel graag beantwoord zie worden. Ik begrijp het, hoge bomen vangen veel wind, de mensen die beroemd worden of naamsbekendheid hebben krijgen vaak de hele lading over hen. Maar is er dan niemand goed? Niet dat de wereld op te delen is in zwart en wit van goeden en slechten, maar we zijn ook maar mensen. Wie moet ik nu geloven? Kritisch denken is niet slecht, maar het haalt wel een zeker veiligheidsgevoel weg. En dat is best beangstigend op sommige momenten.

zaterdag 25 februari 2012

My mind is blown by many bullets at one time

Zaterdagochtend de krant lezend. In mijn geval De Standaard. Het interview van Wannes Cappelle en zijn vrouw was vreemd om te lezen. Ik weet niet waarom, maar ik kon mij er zo in herkennen dat ik het bijna bevreemdend vond. Dan de berichten over Maria Colvin. Zij die als een van de weinigen het nog in haar had om in Syrië te blijven en verslag uit te brengen ondanks alle gruweldaden daar. Lezend wat ze geaan had in haar leven viel mijn mond open. Waarom is er over haar niet meer berichtgeving? Zij redde duizenden mensen in Sri Lanka. Als ik ergens bewondering voor heb is het voor haar lef. Zij verdient het. Niet de dood natuurlijk, de bewondering. Verder stond Eels op met Not Ready yet. Eels luisteren is altijd een beetje opgaan in de muziek. Dit alles gecombineerd met brood, chocolade en een bed. Een vreemde zaterdagvoormiddag.

maandag 22 augustus 2011

Pukkelpop 2011 - After

In België vertel ik waarschijnlijk dingen die de mensen al beu zijn. In de vrijdag en zaterdagkrant zijn we doodgegooid met foto's, verslagen en officiële statements van de organisatie. Toch zou ik mijn ervaring graag delen. Als er tenminste behoefte aan is om het te lezen. Ik heb wel behoefte om het te schrijven alleszinds.

Na autopech gehad te hebben in Hongarije, besloten we toch op het laatste nippertje terug te vliegen met een deel van de familie. Een medisch probleem en Pukkelpop zorgde ervoor dat we toch op tijd terug wouden zijn in België. Hoewel ik persoonlijk me al verzoend had met het feit dat het niet erg was om de eerste dag van Pukkelpop te missen, besloten we dan toch naar België te gaan. Omstreeks middernacht thuis kropen we dan al ons bedje in om ten volle te kunnen genieten van de Foo Fighters, iets wat toch wel het hoogtepunt en goedmaker was van een leuke maar toch met-veel-pech-gevulde-vakantie. En dan heb ik het niet over het Belgische weer. En dat terwijl vrienden die thuis kwamen kamperen in de tuin al op de openingsparty waren. De volgende morgen werd er dan ook menig tas koffie gedronken en rond half elf was iedereen aanwezig en besloten we richting Kiewit te begeven, aangezien de Sore Losers de mainstage zouden openen. Iedereen was aan het rondsms'en om elkaar na zoveel tijd nog eens tegen te komen op Pukkelpop. Het was lekker warm en iedereen had er wel zin in. Het discussieren begon al: "Ik wil Skillrex zien, en Noah and the Whale en The Wombats." "Maar ik ga naar Congorock." "Laten we allemaal naar Modestep gaan". "Als ik maar de Foo Fighters zie." "Ik wil heel zeker naar Rise Against." Voor we het wisten waren we op de wei met spik and span bandjes, om er nog maar 1 aan de collectie toe te voegen. Heel mooie trouwens. Dat was toch de algemene opinie van de groep. Donderdag ging voor mij de wat grotere namen worden, voor vrijdag en zaterdag was mijn plan vooral in de Club en Chateau te kruipen voor de kleinere maar niet minder spannende namen. Eminem is niet zo mijn muziek, dus met The Antlers was ik heel blij.

Na enkele concerten en groepsveranderingen, meetingen met andere vrienden, gingen ik en mijn lief naar de Mainstage om Skunk Anansie te kijken. Oorspronkelijk niet ons plan, maar we twijfelden over Miles Kane en vriendlief wou een goede plaats hebben voor Rise Against, een van de weinige groepen die hij kende, doch ondanks dit amuseerde hij zich niet minder. Skunk Anansie viel in de smaak bij hem, maar wel het totaal tegenovergestelde van Explosions in the Sky wat we net hadden gezien. Kreunend van de warmte. Ik herinner me nog dat ik dacht: "Laat het maar eens goed regenen." En dat deed het, dikke druppels, maar nog niet erg. Toen het weer opklaarde dacht ik nog van gelukkig dat het niet zo fel was. Ze hadden wel een redelijke plensbui voorspelt. Natuurlijk, heel vertrouwend op de weerman, had ik geen regenjas mee. Gelukkig.

Dit duurde echter niet lang. Achter ons begon de lucht groen te kleuren. Vreemd, net zoals in het gedicht van Wilfred Owen 'Dulce and Decorum est'.
But someone still was yelling out and stumbling,
And flound'ring like a man in fire or lime . . .
Dim, through the misty panes and thick green light,
As under a green sea, I saw him drowning.
Toch dacht ik nog dat het zou overwaaien. Het was achter ons, voor ons waren lichte grijze wolkjes, onschuldig. Opgaand in de muziek, vluchtten een heel aantal mensen rondom ons weg. Geen enkele regenbeschuttig bijhebbend, tikte ik ook eens op de schouder van mijn vriend. Gaan we schuilen of gaan we deze regen volhouden? Natuurlijk gingen we dit plensbuitje van niets overwinnen, en terwijl hadden we nog muziek. Nog schuifelend naar voor, ondertussen al met water op de enkels, begon het te donderen en heel hard te waaien. Wat eerst een gordijn van regen was dat voor Skunk Anansie stroomde, was nu een douche naar hen. Een nog hardere windvlaag nam heel veel bladeren van bomen mee en hagel. Dikke kogels die naar beneden vlogen op de mengelmoes van schaars geklede mensen en in regenjas gehulde gedaantes. Het zicht beperkte zich tot een minimum. Misschien toch maar gaan schuilen voor de hagel? Mensen vormden falanksen. Niet met schilden maar met menselijke ruggen, om elkaar tegen de hagel te beschermen. Om toch maar iets warmte te behouden. De weide werd een moeras, een modderpoel, een rivier. Het water stroomde langs onze voeten weg naar het laagste punt. En toen hield het op. Vanuit het niets stopte het met regenen. De zon kwam weer door. Nog steeds aan mainstage zagen we niet hoe de rest de storm had overleefd, maar we waren positief. Nu bijna iedereen weg was vanvoor, zagen we onze kans schoon om ook een plaatsje daar te bemachtigen. Mensen rondom scandeerden al Rise Against, en ik was aan het overwegen om bands niet te gaan kijken om deze plaats te houden voor de Foo Fighters.

Toen een hele groep crew op het podium bleef staan en staren, begonnen we het vreemd te vinden. Waarom doen ze niets? Misschien was de installatie stuk, zou kunnen. Dan toch maar een sms'je sturen naar een vriendin of zij ok was en waar we gingen afspreken voor de volgende band. 8 berichten. Mama: Alles ok?. Mama: Laat zo snel mogelijk iets weten, er is daar een boom omgewaaid, zijn jullie ok?. Vreemd. We besloten dan toch door te gaan en iedereen of toch zo veel mogelijk mensen te zoeken om dan huiswaarts te gaan, op te warmen en vanavond terug present te zijn. Takken lagen overal, een boom was omgewaaid en had gewoon het Proximusstandje verpletterd. De metalen stellingen waren gewoonweg doorgebogen. Aan de Marquee was nog een beetje volk. En de Chateau? Die lag neer in de modder. De stelling richting de Marquee en Mainstage was omgewaaid, maar was al gestut zodat iedereen het terrein kon verlaten. De boiler was leeg, de dancehall was aan het leeglopen en het dak van de Wablief?! was er half af. De schutting tussen de Boiler en de Dancehall lag op de grond. Van Petit Bazar schoot ook niet veel meer over. De ravage werd duidelijk. Dan maar naar huis? Met modderige schoenen en benen, over de Kempische Steenweg, langs het kanaal. Paniekerige meisjes, vooruitstarende jongens, niet wetend wat te doen. Sirenes af en aan, een autoradio die opstond. Het enige wat we konden opvangen was "Er zouden 10 doden zijn". Als fietstunnels ondergelopen waren moesten we er maar door. Ook in de stad Hasselt was er ravage. Verlichtingspalen waren naar beneden gekomen, bomen hier en daar omvergewaaid. Wat is hier aan de hand geweest? Zo'n storm was altijd op het nieuws, maar was nog nooit in mijn hele leven zo wezenlijk geworden als toen. Nog nooit had ik zelfs maar een boom zien ontworteld worden. Thuis werd alles verteld wat we niet hadden opgepikt als festivalganger. Ondertussen iedereen sms'en en ons huis als crisiscentrum in te richten. Met 18 hebben we toen overnacht, dit is exclusief mijn broer die ergens anders ging slapen. Pukkelpop wordt afgelast. Logisch.

Misschien ligt het aan mij, maar media is toch een vreemd wezen. Je kan niet zonder, maar wat sommigen melden of schrijven is toch wel onverantwoord. Nu richt ik mij onder andere op de Nederlandse media (NOS), en Peter Dupont, een freelancer van het Nieuwsblad (zijn column is hier nog te vinden). Discussies starten over het kunnen voorzien, kunnen voorkomen, kunnen vermijden. Zo'n storm heb ik nog nooit van mijn leven gezien. Ik denk dat we momenteel in een maatschappij zitten waar alles kan verklaard worden. Ook al is dit niet zo, het doodanalyseren tot we uiteindelijk tot de conclusie komen dat het toch iemands schuld is. Ziek. We moeten eens leren en hierbij neerleggen dat niet alles voorkomen kan worden. De natuur is nog altijd sterker dan ons. Dit hebben we al regelmatig gezien. Hoeveel veiligheid er was, hoeveel schuld iedereen treft, eenmaal naar de andere kant heb je er niets meer aan. We moeten ook redelijk blijven, onverwachte dingen gebeuren. Kansen komen, kansen gaan, de onverwachte omstandigheid. Een grootste 'probleem' van het leven is net dat je het niet kan voorspellen. In een wereld waar alles geanalyseerd moet worden, alles een reden moet hebben, kan het niet meer bestaan dat alles is gedaan wat kon zijn. 5 doden en 140 gewonden op 60 000 mensen. Peanuts. Wat niet wil zeggen dat die 5 levens niet erg zijn, integendeel. Procentueel gezien is dit bijster weinig, en ik was ervan verbaasd, in de goede zin weliswaar.
Maar toch zijn er doden gevallen. Het is vreemd. Eng. Erg. Het proberen voor te stellen dat ineens een vriendin gewoon er niet meer is, ik kan het niet eens voorstellen. Ook al is dit procent klein, elk leven heeft zijn impact. Dit komt als zo'n zware klap aan, er zijn geen woorden voor. Alleen sterkte en begrip van mijn kant uit. Zelfs een half jaar erna. Zelfs 10 jaar later. Dit heeft impact, zelfs zoveel jaar later. Het onbegrip van anderen snap ik echt niet.

Ik heb besloten mijn bandje aan te houden, als herinnering, als nagedachtenis en als reality check. Alles is relatief. We waren zo gelukkig dat we bands live konden zien. Nu zijn we blij dat we nog leven. Als dat geen contrast is.


Hiermee wil ik ten eerste alle nabestaanden en getroffenen sterkte wensen in deze moeilijke tijd, en eer betonen aan hen die zijn heengegaan. Ten tweede wil ik ook de organisatie in de bloemetjes zetten. Qua veiligheid, qua interventie. Op alle vlakken. Heel erg bedankt voor de mooie halve dag, de goede hulp na de ramp. Dankuwel